Schoolweging en referentieniveaus nu in schoolrapportage

Schoolweging en referentieniveaus nu in schoolrapportage

De nieuwe schoolrapportage in Mijnschoolplan is nog maar net beschikbaar en nu al verder uitgebreid. De rapportage is nu heel compleet en biedt heel veel aanvullende informatie, vooral wanneer u de gekoppelde ParnasSys versie gebruikt.

Wilt u bijvoorbeeld een analyse maken met betrekking tot de referentieniveaus? De schoolrapportage geeft nu up to date informatie over uw schoolweging, uw spreidingsgetal, de relatie tussen 1S/2F en de uitstroom naar het VO en hoe dat zich verhoudt tot andere scholen?

Toevoeging in het hoofdstuk Eindresultaten
In het hoofdstuk Eindresultaten zijn nu een aantal paragrafen over de referentieniveaus toegevoegd.

Toevoeging in het hoofdstuk Vervolgonderwijs
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de uitstroom naar het VO en kunt u uw school vergelijken met andere (bij u passende) scholen.

Uitleg van de nieuwe toevoegingen en tabellen

Het CBS bepaalt jaarlijks de schoolweging en het spreidingsgetal van de scholen. De schoolweging (tussen circa 20 en circa 40) wordt bepaald op basis van vijf (gezins)factoren. Een lage schoolweging voorspelt hoge eindresultaten en veel stimulerende thuiskenmerken. Een hoge schoolweging voorspelt lage eindresultaten en veel belemmerende thuiskenmerken.

Het spreidingsgetal (tussen circa 3-9) geeft informatie over de uniformiteit van de leerlingenpopulatie gelet op de gezinskenmerken. Een lage score geeft aan dat de thuiskenmerken van de leerlingen van een school dicht bij elkaar liggen (homogeen) en een hoge score laat zien, dat de thuiskenmerken van de leerlingen zeer heterogeen zijn.

In onderstaande tabel zijn de schoolweging en het spreidingsgetal weergegeven. Een school kan daar (o.a.) onderwijskundige consequenties aan verbinden.

In deze tabel staat de nieuwe schoolweging (20-40), het spreidingsgetal (3-9) en de (oude) gewichtscategorie. Daarna volgen de zogenaamde signaleringswaarden. Deze zijn in oktober 2019 vastgesteld door de Inspectie van het Onderwijs. De signaleringswaarden functioneren als ondergrenzen. Alle scholen moeten hoger scoren dan 85% gelet op referentieniveau 1F. De signaleringswaarde voor 1S/2F is afhankelijk van de schoolweging, en verschilt dus per school. Vervolgens kan de school zien in de tabel welke gemiddelde scores ze heeft behaald m.b.t. 1F en 1S/2F. De inspectie gaat daarbij uit van het gemiddelde over de laatste drie jaar.  De PO-Raad heeft gewezen op het directe verband tussen de 1S/2F percentages en de adviezen naar TL/havo en hoger. Scholen kunnen dus zien of hun behaalde gemiddelde score voor 1S/2F overeenkomt met de adviezen die ze hebben gegeven aan de leerlingen.