Onderzoekskader 2021

Op basis van evaluaties, ervaringen en actuele ontwikkelingen heeft de Inspectie van het Onderwijs het Onderzoekskader (2017) aangepast. Vanaf 1 augustus 2021 is het nieuwe Onderzoekskader 2021 van kracht.
In het Onderzoekskader 2021 beschrijft de inspectie hoe het toezicht op het onderwijs is ingericht. Daarnaast wordt het waarderingskader beschreven. Daarin staat welke aspecten door de inspectie worden beoordeeld en gewaardeerd. Op de website van de inspectie kunt u lezen en in een animatie bekijken wat er verandert.
De missie van de inspectie luidt: “Effect toezicht voor beter onderwijs”. Deze missie wordt gedragen door vijf uitgangspunten:
- Verbeteren stelselkwaliteit
- Verantwoordelijkheid bij besturen
- Waarborgen
- Stimuleren
- Toezicht op maat
In de Infographic hiernaast zetten we de uitgangspunten voor u op een rij.
Verbeteren stelselkwaliteit
Het toezicht op de kwaliteit van het onderwijs richt zich op drie niveaus: op het stelsel als geheel, op de besturen en op de scholen.
Om de kwaliteit van het stelsel te monitoren, hanteert de inspectie een raamwerk. Dit raamwerk beschrijft de werking van het stelsel aan hand van de kernfuncties van het onderwijs:
- Kernfunctie Kwalificatie
- Kernfunctie Socialisatie
- Kernfunctie Allocatie
- Voorwaarden voor de realisatie van de kernfuncties
In het Onderzoekskader is ieder aspect voorzien van een definitie en een beschrijving. De beschrijvingen zijn voor WMK-BM omgezet in indicatoren. Daardoor kunnen besturen meten of er op hun scholen in voldoende mate sprake is van stelselkwaliteit.
Verantwoordelijkheid bij besturen
Het toezicht van de inspectie is bestuursgericht. De inspectie gaat ervan uit dat besturen verantwoordelijk zijn voor (het waarborgen van) de kwaliteit van hun scholen en het onderwijs dat de scholen geven aan de leerlingen. De inspectie ziet erop toe dat besturen hun taken (het bewaken en bevorderen van [basis]kwaliteit en de het zorgen voor continuïteit) in voldoende mate uitvoeren. Daarnaast sluit de inspectie bij haar toezicht (stimulerend) aan bij de eigen ambities van het bestuur. De inspectie gaat ervan uit dat er een relatie is tussen de eigen ambities en de kernfuncties van het onderwijsstelsel (kwalificatie, socialisatie en allocatie).
Het is dus van belang dat een bestuur:
- Eigen ambities heeft geformuleerd i.s.m. de kernfuncties uit het onderwijsstelsel
- Zicht heeft op de (basis)kwaliteit van de organisatie
- Zicht heeft op de (basis)kwaliteit van de scholen
Besturen kunnen daarbij in alle gevallen gebruik maken van Onsbeleidsplan, WMK-BM en (te verschijnen) Mijnschoolteam.
Op Onsbeleidsplan en WMK-BM plaatsen we het raamwerk met de kernfuncties en de drie kwaliteitsaspecten uit het Onderzoekskader van de inspectie:
- BKA-1: Visie, ambities en doelen
- BKA-2: Uitvoering en kwaliteitscultuur
- BKA-3: Evaluatie, verantwoording en dialoog
Waarborgen
De maatschappij moet er op kunnen vertrouwen dat de scholen en het onderwijs dat gegeven wordt van voldoende kwaliteit is. De inspectie spreekt in dit verband over basiskwaliteit (deugdelijkheidseisen). Het waarderingskader beschrijft de basiskwaliteit van de scholen in kwaliteitsgebieden (OP-VS-OR-SKA), standaarden en beschrijvingen:
OP | ONDERWIJSPROCES |
OP1 | Aanbod |
OP2 | Zicht op ontwikkeling en begeleiding |
OP3 | Pedagogisch-didactisch handelen |
OP4 | Onderwijstijd |
OP6 | Afsluiting |
VS | VEILIGHEID EN SCHOOLKLIMAAT |
VS1 | Veiligheid |
VS2 | Schoolklimaat |
OR | ONDERWIJSRESULTATEN |
OR1 | Resultaten |
OR2 | Sociale en maatschappelijke competenties |
SKA | STUREN, KWALITEITSZORG EN AMBITIE |
SKA1 | Visie, ambities en doelen |
SKA2 | Uitvoering en kwaliteitscultuur |
SKA3 | Evaluatie, verantwoording en dialoog |
De uitgewerkte beschrijvingen (vertaald in indicatoren) zijn geplaatst op WMK-BM (ten behoeve van centrale metingen – scholen vergelijken), WMK en Mijnschoolplan. Scholen kunnen daarmee de eigen basiskwaliteit (laten) meten.
Stimuleren
De Inspectie van het Onderwijs heeft een stimulerende functie op stelselniveau (zie de Staat van het Onderwijs), op het niveau van besturen en op het niveau van scholen. De inspectie stimuleert door aan te geven wat er beter kan, maar ook door goede kwaliteit zichtbaar te maken. Waar ontstijgt een bestuur of een school de basiskwaliteit? Bij besturen wordt daarbij met name uitgegaan van de eigen ambities. Deze kunnen worden vastgelegd in Onsbeleidsplan en WMK-BM. Voor scholen geldt dat ze bijvoorbeeld het predicaat Goed of Excellente school kunnen krijgen.
Toezicht op maat
Besturen en scholen verschillen van elkaar. De inspectie sluit aan op die verschillen door intensiteit en proportionaliteit. De uitvoering van het onderzoek is op maat, rekening houdend met de kenmerken van het bestuur of de school. Hoe beter het bestuur of de school zicht heeft op de eigen basiskwaliteit, hoe meer het toezicht zich zal richten op de eigen ambities van het bestuur of de school. Besturen en scholen kunnen hun eigen ambities (kwaliteitskaarten) gemakkelijk vastleggen met de instrumenten Onsbeleidsplan, WMK-BM, Mijnschoolplan en/of WMK.
De waarderingskaders
De waarderingskaders die we hebben geplaatst op onze instrumenten zijn:
- Waarderingskader voor besturen
- Waarderingskader voor scholen primair onderwijs
- Waarderingskader voor scholen voor speciaal basisonderwijs
- Waarderingskader voor voorschoolse educatie
- Waarderingskader voor nieuwkomers
- Waarderingskader voor scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs
- Raamwerk kernfuncties
Met behulp van de instrumenten van Mijnschoolkwaliteit kunt u eenvoudig de basiskwaliteit meten van de scholen (bestuur) of van de eigen school.